De premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering kan aftrekbaar zijn bij de aangifte inkomstenbelasting. Hiervoor geldt een aantal voorwaarden. In de praktijk blijkt dat de aangifte inkomstenbelasting op dit punt niet altijd correct wordt ingevuld. Ter verduidelijking van de regelgeving en ter vermijding van veelvoorkomende onjuistheden bij de aanslagregeling, leest u in deze handreiking de wettelijke regels. Ook gaat de handreiking dieper in op een aantal praktijkvoorbeelden.
De Wet inkomstenbelasting 2001 geeft aan dat de op de belastingplichtige drukkende premies voor aanspraken op periodieke uitkeringen en verstrekkingen ter zake van invaliditeit, ziekte of ongeval, waarvan de uitkeringen toekomen aan de belastingplichtige, als uitgaven voor inkomensvoorzieningen worden aangemerkt.
Van belang hierbij is dat uw klant de premie aan de verzekeraar verschuldigd is, dat het gaat om invaliditeit, ziekte of ongeval van uw klant én dat deze ook de uitkeringen geniet. Op enkele hierna genoemde uitzonderingen na zal uw klant de verzekeringnemer, verzekerde én begunstigde van de verzekeringsovereenkomst moeten zijn.
Daarnaast geeft de wet aan dat de periodieke uitkeringen uit deze aanspraak tot het belaste inkomen worden gerekend. Bij deze periodieke uitkering houdt de verzekeraar loonheffingen in.
Door deze regels kan het risico van inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid fiscaal gefacilieerd worden afgedekt. Deze faciliteit geldt zowel voor werknemers als voor zelfstandigen. In tegenstelling tot de lijfrentepremieaftrek geldt geen maximale aftrekruimte. Voor het sluiten van een passende arbeidsongeschiktheidsverzekering hoeft uw klant dus niet te beoordelen of er voldoende aftrekruimte in de inkomstenbelasting bestaat. De Belastingdienst merkt de premies voor een zelfstandige aan als een privébesteding. De premies vormen voor zowel een werknemer als een zelfstandige uitgaven voor inkomensvoorzieningen en kunnen bij een zelfstandige niet ten laste van de winst worden gebracht.
Verzekeraars zijn verplicht de aftrekbare premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering jaarlijks door te geven aan de Belastingdienst. Die bedragen ziet u terug in de vooraf ingevulde aangifte (VIA), maar dat is niet altijd het geval. Zo wordt de omvang van de premie niet ingevuld als sprake is van betaling aan een tussenpersoon. In dat geval is niet met zekerheid vast te stellen of de verschuldigde premie ook daadwerkelijk is betaald. U moet dit gegeven dan zelf uitvragen bij uw klant en controleren.
Daarnaast gebruikt de Belastingdienst de door de verzekeraars doorgegeven premies bij de beoordeling of een belastingplichtige terecht aftrek heeft geclaimd in zijn aangifte.
Als uw klant als werknemer via zijn werkgever verzekerd is tegen arbeidsongeschiktheid, kan de werkgever de te betalen premies in mindering brengen op het belastbaar brutoloon. Het is dan niet toegestaan deze premies ook nog als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aftrek te brengen bij de aangifte inkomstenbelasting. Zo voorkomt u dat de premies tot een dubbele aftrek leiden.
In de praktijk treedt een maatschap of vennootschap onder firma vaak op als verzekeringnemer. Omdat een maatschap of vennootschap onder firma géén rechtspersoonlijkheid heeft, rekent de Belastingdienst de handelingen toe aan de maten of vennoten die deelnemen aan de maatschap of vennootschap onder firma.
In de situatie dat de maten of vennoten natuurlijke personen zijn, is voor de afgesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering het volgende bij Verzamelbesluit Lijfrente 2019-115021, onderdeel 3.2.1 goedgekeurd.
De betaalde premies moet u, naar gelang het bedrag dat door de verzekeraar is berekend voor de afzonderlijke maat of vennoot, toerekenen aan de afzonderlijke maten of vennoten.
Ongeacht aan wie de verzekeraar de arbeidsongeschiktheidsuitkering uitkeert (de maat, maatschap, vennoot of vennootschap onder firma), ziet de Belastingdienst de maat of vennoot als de genieter van de uitkering. Ook hier geldt dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering altijd speelt in de privésfeer en premies niet aftrekbaar zijn van de winst.
Het bovenstaande geldt alleen als de maat of vennoot een natuurlijk persoon is. Is dit een rechtspersoon dan geldt hetgeen hieronder is vermeld.
Als de maat of vennoot een rechtspersoon is, bijvoorbeeld een bv, dan is aftrek van de premie van een door de maatschap of vennootschap onder firma gesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering niet toegestaan als uitgave voor inkomensvoorziening. Dit is alleen mogelijk als de directeur-grootaandeelhouder (dga) van deze bv zelf een verzekering afsluit en naast verzekeringnemer ook verzekerde en begunstigde is. Is de maatschap of vennootschap onder firma de verzekeringnemer, dan kan de dga van de deelnemende bv in de maatschap of vennootschap de premie alleen aftrekken als deze verzekerde en begunstigde is en daarnaast als premie verschuldigde op de verzekering wordt aangetekend.
Ook een veelvoorkomende situatie is dat de (eigen) bv van de dga een arbeidsongeschiktheidsverzekering sluit. De dga van de bv is dan de verzekerde en (veelal ook) de begunstigde. In dat geval zijn de premies niet aftrekbaar als uitgaven voor inkomensvoorzieningen. De bv is immers premies verschuldigd en niet de dga. Ook als de bv de premies verrekent met de dga zijn deze niet aftrekbaar als uitgaven voor inkomensvoorzieningen, omdat de dga de premie niet direct verschuldigd is aan de verzekeraar. Alleen als de verzekering zodanig is aangepast dat de dga verzekeringnemer, verzekerde en begunstigde is, dan is de premie aftrekbaar bij de aangifte inkomstenbelasting van de dga.
Het komt wel eens voor dat bijvoorbeeld een opdrachtgever voor een aantal opdrachtnemers een semicollectief contract afsluit. Hierbij is de opdrachtgever de verzekeringnemer en zijn de opdrachtnemers verzekerde en begunstigde. De opdrachtgever betaalt dan de premie en verrekent deze met de opdrachtnemers door bijvoorbeeld de vergoeding te verminderen met de premies voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ook in deze situatie zijn de premies niet aftrekbaar als uitgaven voor inkomensvoorzieningen, omdat de opdrachtnemer de premie niet aan de verzekeraar verschuldigd is. Dit is op te lossen door de opdrachtnemer als premie verschuldigde op de verzekering aan te tekenen.
Het is ook mogelijk een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten waarbij de uitkering niet periodiek is, maar een vast verzekerd bedrag is overeengekomen. De premie van een dergelijke arbeidsongeschiktheidsverzekering is niet aftrekbaar. Daartegenover staat dat de uitkering onbelast is.
Daarnaast zijn er veel producten die de Belastingdienst niet aanmerkt als arbeidsongeschiktheidsverzekering. Daarom ziet de Belastingdienst de premie voor deze verzekeringsproducten niet als aftrekbare premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Dit is ook niet mogelijk voor de premie of inleg van een lijfrente. Hoewel de premie hiervan weliswaar aftrekbaar is, moet u deze premie in een andere rubriek in de aangifte invullen. Dit ook om te voorkomen dat deze premie of inleg door een tekort aan aftrekruimte in de lijfrentesfeer alsnog volledig in aftrek wordt gebracht.